Montage handleiding hollewanden

Maten uitzetten op ondergrond. De stellatten vast zetten (boren), zodat de binnenzijde van de wand tegen de stellatten kan worden gezet (badding maken). Op de latten maten aangeven van de wanden en de voegen. De wand wordt door de stellatten gezekerd van de juiste montageplaats.

Twee stelblokjes, op de juiste hoogte (± 50 mm van de ondergrond), onder elk wandelement plaatsen. De stelblokjes aan de binnenzijde op ongeveer 1/5 van de elementlengte, bijvoorbeeld ter plaatse van de schoorvoorziening.

Trek-drukschoren eventueel voormonteren op de vloer. Indien er geen betonvloer aanwezig is eventueel een stelconplaat gebruiken.

Stellen Vanaf de pallets worden de wandelementen, als volgt, in het werk gemonteerd. Wandelement over de stekeinden laten zakken en laten steunen op de stelblokjes.

Met 2 schoren het wandelement vastzetten en loodrecht afmonteren. Wapeningskorf aanbrengen in een hoek of ontmoeting van twee elementen.

Het volgende element kan nu op dezelfde wijze gemonteerd worden.

Na het stellen van de elementen de buitenste badding aanbrengen.

Storten De stortnaad goed schoon maken. Hoeken en koppen afstempelen tegen het „spatten„ of VNL hoek- en/of kop-bevestiging aanbrengen. Na het storten de lekspecie verwijderen.

Storten in lagen van 500 mm per uur. Wanneer de ruimte tussen de schillen 130 mm of kleiner is met spramex storten (grind nom.16 mm).

Afwerking Naden afdichten met bitumineuze dichtingspasta.